invuloefening
Klik op de oranje woorden om ze in te vullen. Werk in volgorde.
ma zet de bloem in de vaas.
pa eet met een mes en een vork.
an rijdt met de bus naar zee.
in de wei loopt een koe.
er ligt veel sneeuw op het dak.
in het nest ligt een ei.
zus maakt een knoop in het touw.
oom zet een hoed op zijn hoofd.
met een dweil kuist els de trap.
in de lucht vliegt een duif.
punten: 0 / 20