............... Het is haast acht uur. Haast je, Rik, of je komt te laat op school. Ik ben zo klaar, ma.Drink dan maar eens van je koffie. Maar wat zie ik, nu je goed in het licht staat? Achter je oor zit nog zeep! En er is ook een vlek op je hand. Dat is geen knap werk. Droog je af en zeep je hand weer in. Kan ik dan mijn brood met ei nog op, ma? Neen, maar ik geef iets mee voor de speeltijd. Denk er om, het zit in je tas. Geef maar hier, ma, nu moet ik weg. Kwam Rik nog op school vóór er werd gebeld? Ja, maar het was toch niets te vroeg. Om tien uur smulde hij van de koek. Hij zal zich morgen wat meer spoeden zodat hij rustig aan tafel kan eten.