Die rat werkt op de computer.

 Kim de rat gaat naar school.

 Er komt een rat uit het scherm.

 Ken de rat eet zijn buikje dik.

 Rik de rat leunt op een kast.


 

 
op 10

 

 

 

 Met de stok gaat de rat op pad.

 Pim de rat draagt een ladder.

 De rat lust het graan in het veld.

 Ik lust ook wel een stukje kaas.

 Het is koud en zij draagt een muts.

 

 


 

menu

klik op de prent onder of boven de zin en daarna op de prent die er moet komen