F11=groter scherm          ja of neen ?
 

 

 
  1. de worm kruipt en duikt

    1.   ja
    2.   neen
  2. de hond danst mooi

    1.   ja
    2.   neen
  3. de kik-ker doet zijn hoed op en af

    1.   ja
    2.   neen
  4. ik vlieg heel snel

    1.   ja
    2.   neen
  5. ik ben heel erg droef

    1.   ja
    2.   neen
  6. het kind doet heel gek

    1.   ja
    2.   neen
  7. het paard heeft dorst

    1.   ja
    2.   neen
  8. de beer staat op een bal

    1.   ja
    2.   neen
  9. ik schiet recht naar u

    1.   ja
    2.   neen
  10. de muis pakt de kat

    1.   ja
    2.   neen