F11=groter scherm
welke zin past hierbij ?
-
Die jongen steekt zijn tong uit.
-
Hij likt aan een rode likstok.
-
Zij is boos en steekt haar tong uit.
-
Deze groene draak spuwt vuur uit zijn muil.
-
De brave draak steekt de open haard in brand.
-
De draak zoekt reus Schobberdebonk.
-
De poes speelt een liedje op de piano.
-
Zij zoekt haar jongen in de piano.
-
De piano speelt een liedje op de poes.
-
Het meisje aait de poes op de kop.
-
Dit kind slaat de kat op haar kop.
-
De poes loopt tegen de hand van Tom.
-
Hij staat recht op de schommel.
-
Het groene kind schommelt heen en weer.
-
De schommel werpt het kind op de grond.
-
Wat kan deze jongen goed voetballen.
-
De bal van die jongen is stuk.
-
Die jongen werpt de bal naar Els.
-
Die meneer maakt soep in een grote kom.
-
In de soep zie ik prei en wortelen.
-
De soep staat op het vuur in de keuken.
-
De muis is boos en steekt haar vinger omhoog.
-
De gele muis trekt een boos gezicht.
-
De muis is bang van de stoute poes.
-
De schroef van het vliegtuig draait rond.
-
Het vliegtuig vliegt tegen een berg.
-
In het vliegtuig zitten drie mensen.
-
De lichtjes blinken op de kerstboom.
-
Het vuur doet de kerstboom branden.
-
De mooie kerstboom staat in een bos.