F11=groter scherm
welke zin past hierbij ?
-
Er gebeuren vreemde dingen onder de paraplu.
-
Het regent hard op de paraplu.
-
De bruine beer is boos op de berin.
-
Deze koe heeft een wit-zwart kostuum aan.
-
De koe graast in de groene weide.
-
De koe danst recht de stal in.
-
De spin zakt langs een draad naar beneden.
-
Aan deze draad hangt een grote krab.
-
De spin valt recht in de bek van de kikker.
-
Wat is deze eikel toch lekker, zegt de eekhoorn.
-
De eekhoorn werpt een eikel naar zijn vriend.
-
De eekhoorn springt van de ene boom naar de andere.
-
De beide giraffen zuigen alle twee aan een rietje.
-
Zij drinken het water uit de vijver.
-
De leeuw wil de giraffen aanvallen.
-
Er springt een tweede kikker in de vijver.
-
De rode kikker zwemt naar de groene kikker.
-
De kikker vlucht weg voor de reiger.
-
Het konijn maakt zijn huiswerk op de computer.
-
De computer van dit konijn is stuk.
-
Het konijn koopt een computer in de winkel.
-
De vier muizen aten zich dik aan de lekkere meloen.
-
Door het eten van die meloen zijn zij heel ziek.
-
De meloen valt op de kop van de drie muizen.
-
Er valt een olifant op de grijze muis.
-
De grijze muis jaagt de olifant weg.
-
De muis loopt weg als de olifant valt.
-
Deze stoute wolf heeft juist een konijn opgegeten.
-
Het konijn is weggelopen van de wolf.
-
Achter de wolf zit een mooi konijn.