Wat tovert hij uit zijn hoed ?

1.   ?    een slak
2.   ?    een konijn
3.   ?    een schildpad

Wat slurpt de hond op ?

1.   ?    limonade
2.   ?    koffie
3.   ?    water

Wat zegt de muis ?

1.   ?    we moeten zwijgen
2.   ?    we moeten schrijven
3.   ?    we moeten weggaan

Wat draait er op het spit ?

1.   ?    een paard
2.   ?    een koe
3.   ?    een biggetje

Waarmee rijdt de boer naar het veld ?

1.   ?    met een autobus
2.   ?    met een traktor
3.   ?    mat een autoped

Wat eet het konijn ?

1.   ?    een taart
2.   ?    een wortel
3.   ?    een salade

Wat schrijft de aap ?

1.   ?    een krant
2.   ?    een mooie brief
3.   ?    een dik boek

Wat doen de spookjes ?

1.   ?    da da da
2.   ?    boo boo
3.   ?    hi hi hi

Hoeveel mensen zijn er in de lift ?

1.   ?    twaalf
2.   ?    vijftien
3.   ?    twee

Wat blaast de man op ?

1.   ?    een matras
2.   ?    een ballon
3.   ?    een fietsband